Wij stellen aan je voor: onze nieuwe ambassadeur Eva Kleine

Eva Kleine begon haar carrière als arts in de psychiatrie, maakte een uitstapje naar interactieve escaperooms en vond toen haar roeping in de bedrijfsgeneeskunde. ‘Stress is voor mij een onuitputtelijke bron van inspiratie.’

Tijdens haar studie geneeskunde en haar werk als arts in de psychiatrie merkte Eva dat er weinig ruimte was voor vernieuwend en innovatief denken. ‘Ik was voornamelijk bezig met het behandelen van patiënten door middel van medicatie, zonder structurele oplossingen voor hun problemen. Dat voelde onbevredigend. Ik stond op een kruispunt: mijn droom om arts te worden had ik waargemaakt, maar uit de praktijk haalde ik geen voldoening. Hoe nu verder?’

Van theater naar bedrijfsgeneeskunde
Kort daarna bezocht Eva een interactieve theater-escaperoom. ‘Ik merkte dat veel situaties daar overeenkwamen met échte werksituaties: tijdsdruk, samenwerken, noem maar op. Hieruit ontstond het idee om bedrijven te helpen met stresspreventie door middel van interactieve escaperooms.’ Zo kwam Eva in aanraking met organisaties en HR-afdelingen, en ontdekte ze voor het eerst de rol van de bedrijfsarts. ‘Ik ontdekte dat bedrijfsartsen een adviserende rol hebben in preventie en ruimte krijgen voor innovatie. Toen wist ik: dit is het artsenvak waarin ik mijn brede kijk op gezondheid en creativiteit wél kwijt kan.’

Een uitdagend krachtenveld
Eva werkt inmiddels zeven jaar als bedrijfsarts bij ArboNed in Amsterdam. Wat haar het meest inspireert in haar werk? ‘Mijn spreekuren en het krachtenveld tussen werkgever en werknemer. Het is een uitdaging om professionele afstand te bewaren en niet verstrikt te raken in de dynamiek tussen aanklager, slachtoffer en redder. Als bedrijfsarts kun je een conflict niet oplossen, maar we kunnen wel faciliteren, ondersteunen en mensen in beweging krijgen zodat ze zelf verantwoordelijkheid nemen.’

In conflicten hebben stress en emoties vaak de overhand, legt Eva uit. ‘Dan ga je slecht slapen en wordt werken steeds moeilijker. De oorzaak van het probleem is dan niet medisch, maar de emoties moeten wel erkend worden. Mijn doel is om in zo’n situatie rust te creëren en te helpen bij stressreductie. Daarna werk ik aan het herstel van de communicatie tussen beide partijen, zodat zij – eventueel onder begeleiding van een mediator – kunnen samenwerken aan een oplossing.’

Meer ruimte voor emoties op de werkvloer
Eva is daarnaast betrokken bij een groot onderzoek genaamd Destress. ‘De focus ligt op vroegsignalering van stress en het ontwikkelen van een AI-tool als preventiemiddel voor werknemers en werkgevers.’ Dit combineert ze met haar promotieonderzoek, dat zich de komende jaren richt op stress en de effecten daarvan op de werkvloer. ‘Stress blijft een onuitputtelijke bron van inspiratie voor mij. Mijn missie is om meer ruimte te creëren voor emotie op de werkvloer, en om hier de juiste aandacht en tijd aan te besteden.’

Tips voor toekomstige bedrijfsartsen
Heeft ze nog een tip voor geneeskundestudenten of artsen die overwegen om het vak van bedrijfsarts in te gaan? ‘Loop een dagje mee! Ervaar het zelf en ontdek hoe veelzijdig en uitdagend dit vakgebied is. Het kan je wereld echt openen.’

‘Tijdens de meeloopdag besefte ik dat dit pad wel eens veel beter kon passen’

Robin Roeters besloot in 2011 geneeskunde te gaan studeren, omdat ze als arts een steentje wil bijdragen aan de samenleving. Hoewel bedrijfsgeneeskunde nooit in haar opkwam, veranderde een dag meelopen met bedrijfsarts Janneke Valk haar kijk op het vak. ‘Tijdens de meeloopdag besefte ik al snel dat dit pad wel eens veel beter bij mij zou kunnen passen.’

‘Mijn moeder is bedrijfsarts, maar ik had nooit gedacht dat ik in haar voetsporen zou treden. Het werk van een bedrijfsarts leek me lange tijd niet zo indrukwekkend als dat van een arts in het ziekenhuis.’ Na haar coschappen ging Robin aan de slag als anios chirurgie, maar daar sloeg de twijfel toe. ‘Er was weinig tijd om echt naar patiënten te luisteren. Ik was vooral bezig om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen, maar ik wilde meer betekenen. Daarnaast is er veel hiërarchie in het ziekenhuis.’

Op zoek naar alternatieven

Robin besefte dat het ziekenhuis niet de plek is om haar ambities waar te maken. Ze gaat op zoek naar specialisaties buiten het ziekenhuis. ‘Ik zette mijn wensen op een rijtje en begon te googelen. Ik wilde minder hiërarchie, korte lijnen, meer inspraak en vooral meer tijd om mensen echt te horen en te kunnen ondersteunen. Zo stuitte ik toch op het vak van bedrijfsarts. Ook las ik over de mogelijkheid om als bedrijfsarts als zelfstandige aan de slag te gaan. Mijn wensen leken allemaal terug te komen in het werk van een zelfstandig bedrijfsarts.’

Meelopen met een bedrijfsarts

Robin besloot een dagje mee te lopen met bedrijfsarts Janneke Valk. Samen bezochten ze diverse werkplekken, waarbij Robin deelnam aan zowel de spreekuren als de besprekingen met de werkgever. ‘Zo kreeg ik een goed beeld van de begeleidende rol van de bedrijfsarts en het grote belang van werken en deelnemen aan de maatschappij. Het is indrukwekkend om dit van zo dichtbij mee te maken.’ Bovendien merkte Robin dat een bedrijfsarts veel meer tijd heeft voor een uitgebreid gesprek met een werknemer dan een arts in het ziekenhuis voor patiënten. ‘Er is aandacht voor de hele mens en alle aspecten van het leven waar ziekte of beperkingen invloed op kunnen hebben. Als bedrijfsarts wordt er voornamelijk gekeken naar mogelijkheden: wat kan er wel en wat is daarvoor nodig? Dit alles leidt tot mooie gesprekken die kunnen bijdragen aan een goed traject. Dat geeft veel voldoening.’

Eigen bedrijf

Tijdens deze meeloopdag werd het voor Robin duidelijk: ‘Ik besefte al snel dat dit pad wel eens veel beter bij mij zou kunnen passen dan een carrière in het ziekenhuis.’ Ze besloot de sprong te wagen, schreef zich in als zzp’er, begon als anios bedrijfsgeneeskunde en startte al snel met de opleiding tot bedrijfsarts. Samen met Janneke, die haar begeleidde, ging ze aan de slag bij verschillende klanten. ‘Ook in de begeleiding zijn duidelijke verschillen met het ziekenhuis. Janneke had veel tijd om mij te begeleiden: samen een spreekuur doen, supervisie tijdens een kopje koffie en casuistiek bespreken tijdens het carpoolen. In het ziekenhuis was de begeleiding minimaal.’

Positieve impact  

Sinds januari 2024 is Robin klaar met haar opleiding en werkt ze vanuit haar eigen praktijk in Noord-Nederland. Wat Robin het meest waardeert aan haar vak is de variatie in het werk. ‘Variatie en uitdaging zijn belangrijk voor mij, anders ben ik ergens snel klaar mee, maar dat is absoluut niet het geval in de bedrijfsgeneeskunde’. Ze legt uit: ‘het werk van een bedrijfsarts omvat nog veel meer dan alleen verzuimbegeleiding. Je bent medisch adviseur voor zowel werknemer als werkgever, niet alleen over verzuim maar ook over preventief beleid. Je bent specialist in alles wat te maken heeft met gezondheid en de relatie tot werk. Bovendien zijn er ook mogelijkheden om bezig te zijn met keuringen, periodiek medisch onderzoek, risico inventarisatie en evaluatie, supervisie en opleiden, werkplekonderzoek en wetenschappelijk onderzoek.’

Ook de variatie in werkomgeving waardeert Robin. ‘Ik kom op allerlei plekken waar je anders nooit zou komen. De ene dag ben ik bij een klein timmerbedrijf of lokaal zwembad, de volgende dag sta ik in een grote fabriek of bezoek ik een school of zorginstelling. Het is ontzettend interessant om vanuit mijn perspectief als bedrijfsarts deze beroepsgroepen en verschillende werkomgevingen te leren kennen.’

Aanrader voor geneeskundestudenten

Om meer inzicht in het vak van een bedrijfsarts te krijgen, raadt Robin geneeskundestudenten en basisartsen aan om ook een dag mee te lopen met een (zelfstandig) bedrijfsarts. ‘Door een dag mee te lopen zie je pas echt de positieve impact die je als bedrijfsarts kunt maken op de gezondheid van mensen. Zorg ook dat je meeloopt op een dag waarbij de bedrijfsarts op een klantlocatie werkt. Dan zie je meteen hoe divers het vak is en hoe leuk het is om op verschillende werkplekken mee te mogen kijken.’

Wil je meer weten over het werk van een bedrijfsarts? Neem contact op met een van onze ambassadeurs en loop een dagje mee! 

 

Meeloopdag opende Mahdi’s ogen: ‘Ik wist meteen dat dit bij mij paste’

Bedrijfsarts worden stond niet bovenaan Mahdi Saghari’s lijstje toen hij aan zijn geneeskundestudie begon. Toch besloot hij na een meeloopdag met een bedrijfsarts vol voor het vak te gaan. ‘Je kunt echt veel voor iemand betekenen,’ vertelt hij enthousiast.

Het scheelde niet veel of Mahdi was na de middelbare school lucht- en ruimtevaarttechniek gaan studeren in Delft. ‘Ik twijfelde nog, ondanks mijn aanmelding. Mijn ouders vroegen me of arts niet iets voor mij zou zijn, een beroep dat bij hen in hoog aanzien staat. Toen besloot ik me ook aan te melden voor geneeskunde.’ Op gevoel koos hij uiteindelijk voor geneeskunde. ‘Het leek me een beroep waarmee ik meer voor anderen kon betekenen.’

Eerst de onderzoekswereld in
Halverwege zijn geneeskundestudie besloot Mahdi zich eerst op onderzoek te richten. ‘Ik wilde mijn kennis verbreden voordat ik als arts aan de slag ging.’ Naast zijn studie volgde hij de master neurowetenschappen aan de Erasmus Universiteit en deed vervolgens promotieonderzoek bij het Centre for Human Drug Research in Leiden. ‘Daar kreeg ik de kans om me te verdiepen in de effecten van geneesmiddelen op het menselijk lichaam. Tegelijkertijd rondde ik de opleiding tot klinisch farmacoloog af bij de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie en Biofarmacie.’

Van dermatologie naar bedrijfsarts
Toch werd Mahdi geen fulltime wetenschapper en onderzoeker. Hij ging aan de slag als arts bij de afdeling dermatologie in een ziekenhuis. ‘Het vak had raakvlakken met mijn proefschrift. Het was interessant werk, maar uiteindelijk viel het specialisme me tegen door de tijdsdruk. Voor een consult had ik slechts tien minuten, wat te kort was om me echt in de patiënten te verdiepen. Daarnaast kreeg ik minder begeleiding dan ik wilde als beginnend arts.’

Gezondheid staat centraal
Mahdi besloot zich te oriënteren op een loopbaan buiten het ziekenhuis. Huisarts viel voor hem af, want ook dan verwachtte hij tijd tekort te komen voor patiënten. Bedrijfsarts dan? ‘Eerst zag ik het niet zitten. Ik dacht dat het vooral draaide om zieke mensen zo snel mogelijk weer aan het werk krijgen. Maar na wat meer te hebben gelezen over het vak, werd ik toch nieuwsgierig.’

Mahdi benaderde via bedrijfartsworden.nl verschillende ambassadeurs om vragen te stellen over het vak. Uiteindelijk gaf zijn meeloopdag bij HumanCapitalCare, bij oud-ambassadeur Arend Hamming, de doorslag. ‘Ik sloot aan bij een verzuimspreekuur en bij een werkoverleg met een bedrijf in de Europoort. Toen ontdekte ik dat je als bedrijfsarts in de eerste plaats bezig bent met de gezondheid van de werknemer, en dat werk en gezondheid nauw met elkaar verbonden zijn. Ook merkte ik dat je als bedrijfsarts echt de tijd krijgt om door te vragen en dieper te graven. Je kunt echt veel voor iemand betekenen.’

Voldoening
De rol vraagt om andere vaardigheden dan veel andere medische specialismen, zoals gespreksvoering in plaats van medicatie voorschrijven, legt Mahdi uit. ‘Ik sprak eens iemand die tijdens het spreekuur agressief werd. Door rustig te blijven en door te vragen, ontdekte ik dat zijn problemen op het werk eigenlijk veroorzaakt werden door zijn privésituatie. En soms moet je ook out of the box denken. Zo hebben we laatst onderzocht of iemand die niet meer op de vrachtwagen kan rijden door schouderklachten, misschien wel kranen zou kunnen bedienen in een terminal. Het geeft veel voldoening om samen pratend en onderzoekend tot een oplossing te komen.’

Mahdi werkt nu met veel plezier bij HumanCapitalCare als anios bedrijfsgeneeskunde. Wat hij naast de inhoudelijke uitdagingen, waardeert aan het vak is de balans tussen werk en privé, en de variatie in het werk. ‘De ene dag spreek ik werknemers van een accountantskantoor, de andere dag ben ik bij een staalfabriek. Die afwisseling is enorm leuk.’

Wil je meer weten over het werk van een bedrijfsarts? Neem contact op met een van onze ambassadeurs.

‘Je ziet zo veel meer dan de bubbel van het ziekenhuis’

Als je vijf jaar geleden aan geneeskundestudent Jilke Speulman had gevraagd of hij bedrijfsarts wil worden, had hij absoluut ‘nee’ gezegd. Toch zit hij nu in het derde jaar van zijn opleiding bedrijfsgeneeskunde en heeft hij geen moment spijt van zijn keuze. ‘Zonder te snijden of pillen te geven, kun je ook mensen helpen.’

Imagoprobleem

‘De laatste jaren kiezen weer meer geneeskundestudenten voor bedrijfsgeneeskunde, maar het vak heeft nog steeds een imagoprobleem,’ vindt Jilke Speulman, arts in opleiding tot specialist arbeids- en bedrijfsgeneeskunde bij het Arbo Gezondheidscentrum. Het imagoprobleem ontstaat volgens hem tijdens de opleiding geneeskunde. De artsen die geneeskundestudenten opleiden zijn vooral specialist in het ziekenhuis of huisarts. ‘Vaak zijn ze niet genoeg bekend met het vak van een bedrijfsarts en wordt het dus ook weinig overgebracht op de studenten. Aan het eind van mijn studie had ik in ieder geval geen idee wat het werk van een bedrijfsarts echt inhoudt.’

Nieuwe inzichten                          

Het was tijdens zijn laatste coschap van de opleiding, dat Jilke gebeld werd door een kennis die zelf bedrijfsarts is. ‘Of ik eens wilde komen praten bij het Arbo Gezondheidscentrum.’ Dit vakgebied heeft hij niet eerder overwogen. Toch groeit zijn enthousiasme tijdens dit kennismakingsgesprek met elke minuut. Jilke krijgt meer inzicht in het werk van een bedrijfsarts en wat het werk inhoudt. Hij besluit het een kans te geven en gaat aan de slag als basisarts bij het Arbo Gezondheidscentrum. Dit bevalt zo goed, dat hij na een jaar van start gaat als arts in opleiding tot specialist arbeids- en bedrijfsgeneeskunde.

Van ziekte naar mogelijkheden                           

Inmiddels zit hij in het derde jaar van zijn opleiding tot bedrijfsarts en heeft hij geen moment spijt van zijn keuze. ‘Als bedrijfsarts ben je vaak op een intensieve manier betrokken in een heftige fase van iemands leven. Je kan je beperken tot adviseren over re-integratie, maar door een stap extra te zetten en te kijken wat iemand écht nodig heeft, maak je het werk zo veel leuker en interessanter.

In mijn opleiding leer ik om een ziekte om te zetten naar mogelijkheden. Het is dan niet meer zo belangrijk hoe bijvoorbeeld de ziekte van Crohn pathologisch werkt, maar wel hoe iemand functioneert met zo’n ziekte. Ook leer ik meer over wettelijke kaders en regelgeving en hoe je die in de praktijk kan gebruiken zodat werknemers en werkgevers krijgen wat ze nodig hebben.’

Preventie

Daarnaast is preventie een belangrijk onderdeel van het werk van een bedrijfsarts. ‘Je haakt niet alleen aan op het moment dat mensen ziek zijn geworden, maar leert wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat mensen niet op grote schaal uitvallen binnen een organisatie. Je leert epidemiologisch kijken en geeft medisch advies aan organisaties. Het was voor mij een fijne verrassing dat dit ook onderdeel van het werk is.’

De vloer op

Alle kennis die Jilke opdoet tijdens de opleiding, kan hij direct toepassen in de praktijk. Zoals laatst, bij een fabriek waar voedsel wordt verwerkt. ‘Voordat wij met ons team, een praktijkondersteuner, arbeidsdeskundige en casemanager, hier aan de slag gingen, was het ziekteverzuim 19%. Binnen een jaar hebben we dit weten terug te brengen naar 9%. Tijdens de gesprekken zag Jilke dat de werknemers gepassioneerd waren over hun werk, maar dat regelmaat en ritme cruciaal waren. ‘Iets waar de werkgever niet altijd in tegemoet kwam.’ Ook merkte Jilke tijdens een rondleiding op dat er veel lawaai was in de fabriek. ‘Met een paar korte interventies en adviezen boekten we veel medische winst. Zonder te snijden of pillen te geven, kun je ook mensen helpen.‘ Uiteindelijk laten Jilke en zijn collega’s tevreden werknemers én een tevreden werkgever achter.

Levensvreugde terugvinden               

‘Als bedrijfsarts gaat mijn aandacht verder dan alleen medische interventies en behandelingen; het draait om het totale welzijn van de persoon.’ Jilke legt uit dat in de bedrijfsgeneeskunde andere maatstaven gelden dan in het ziekenhuis. Levensgeluk, zingeving, dagelijkse routine en meedoen in de maatschappij spelen een centrale rol. ‘Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van medische procedures zoals een operatie, maar vooral om het herstel van functionaliteit en levenskwaliteit.’

Een voorbeeld hiervan is de begeleiding van een vrouw die plotseling doof werd. ‘Zij kreeg mentale problemen omdat ze niet kon accepteren dat haar werk niet meer lukte. Uiteindelijk vond ze een nieuwe passende werkomgeving in de thuiszorg bij veelal ook dove ouderen en dit bracht haar levensvreugde terug. Het toonde mij de impact die mijn werk als (bijna) bedrijfsarts kan hebben.

Meer dan de ziekenhuis-bubbel

Als geneeskundestudenten breder willen kijken dan alleen geneeskunde, maar ook geïnteresseerd zijn in ondernemerschap en een praktische adviserende rol in een commerciële markt, moeten zij bedrijfsgeneeskunde zeker overwegen, vindt Jilke. ‘En daarnaast sta je als bedrijfsarts midden in de maatschappij. De ene dag spreek je een advocaat en dan weer een schoonmaker. Je ziet zo veel meer dan de bubbel van het ziekenhuis. Het is echt heel erg leuk werk.’

Symposium ‘Samen voor Gezondheid, Samen Opleiden’

Bedrijfsarts Worden aanwezig met informatiekraam

Op 15 november organiseert het UMCG het jaarlijkse Onderwijssymposium Sociale geneeskunde ‘Samen voor Gezondheid, Samen Opleiden’. Het evenement richt zich op studenten geneeskunde, coassistenten en opleiders, en biedt inspirerende sessies over de toekomst van sociale geneeskunde en het opleiden van nieuwe professionals.

Tijdens de pauzes en het middagprogramma (tussen 11:30 en 13:30 uur) is Bedrijfsarts Worden aanwezig met een informatiestand. Ambassadeur Janneke Valk en haar collega Robin Roeters staan klaar om vragen te beantwoorden over het werk van de bedrijfsarts en de carrièremogelijkheden binnen de sociale geneeskunde. Het symposium biedt daarmee ook een uitgelezen kans voor studenten om zich te oriënteren op een toekomst in de sociale geneeskunde.

Lees meer over het symposium

Online spreekuur met Suzanne

Donderdagavond 6 juni zit ambassadeur en bedrijfsarts Suzanne voor je klaar tijdens het online spreekuur. Een digitale interactieve sessie voor artsen en geneeskundestudenten die een carrière in de bedrijfsgeneeskunde overwegen. Suzanne neemt je mee in haar werkweek, maar deelt ook haar ervaringen als bedrijfsarts. Uiteraard is er ook volop tijd voor al jouw vragen.

‘Als bedrijfsarts kom ik op allerlei plekken terecht. Ik neem een kijkje in de keuken bij veel verschillende bedrijven en verdiep me in alle processen om hen zo goed mogelijk te kunnen adviseren. Daarmee help ik werknemers naar hogere niveaus van duurzame inzetbaarheid, op mentaal, fysiek én sociaal niveau. Dat vind ik heel belangrijk. Net als het preventief bezig zijn binnen mijn vakgebied om verzuim te voorkomen.’

Het online spreekuur begint om 20:00 en duurt ongeveer een uur. Kom je ook? Meld je gratis aan voor het online spreekuur via bedrijfsartsworden.nl/onlinespreekuur.

De werkweek van bedrijfsarts Suzanne

Geen werkdag is hetzelfde voor bedrijfsarts Suzanne Driessen. Ze voert onderzoek uit, richt zich op preventie en begeleidt werknemers uit heel Nederland tijdens haar spreekuren. Vanuit haar standplaats bij Healthcare Arbodienst in Venlo reist ze regelmatig door het land of werkt ze online vanuit huis. Suzanne neemt je mee in haar werkweek.

Maandag

Suzanne: ‘Elke maandag is anders voor mij. In de oneven weken begin ik met een overleg met de HR-manager van een grote horecaonderneming, gevolgd door een spreekuur voor hun werknemers. Hier behandel ik uiteenlopende vragen en zorgen. Tijdens de pauze maak ik een korte wandeling voordat ik van 13:00 tot 16:00 mijn volgende spreekuur heb. Daarna geef ik een uur supervisie aan onze praktijkondersteuner bedrijfsarts, aios en aniossen. Mijn werkdag eindigt tussen 17:00 en 18:00.

Op de even maandagen werk ik op het kantoor van mijn werkgever, Healthcare Arbodienst in Venlo. ’s Ochtends heb ik spreekuur voor diverse bedrijven, van productiebedrijven tot supermarkten, maar ook spreek ik ZZP’ers. Niet alle arbodiensten behandelen ZZP’ers, maar Healthcare Arbodienst werkt samen met verzekeringsmaatschappijen zoals Achmea en ASR waarbij er wél contracten zijn met ZZP’ers. Tussen mijn spreekuren door maak ik weer tijd voor een wandeling met een collega en in de middag staan er weer spreekuren gepland. Ook staat er weer supervisie op het programma.’

Dinsdag

‘Dinsdagochtend houd ik spreekuur voor een internationale supermarktketen voor medewerkers uit Friesland, Groningen en Drenthe. Meestal werk ik deze dag vanuit huis, omdat alle afspraken online plaatsvinden.

Eens in de zes weken heb ik een bedrijfsartsenoverleg met mijn directe collega’s van Healthcare Arbodienst. In dit overleg bespreken we casussen binnen onze organisatie. Daarnaast heb ik in de middag een opleidingsgesprek met een van de aiossen.’

Woensdag

‘Woensdag is eveneens afwisselend. In de even weken heb ik spreekuur op het kantoor in Venlo voor een supermarktketen. In de oneven weken werk ik in Eindhoven of ben ik bij een klant in Eersel. Daar spreek ik mensen uit allerlei vakgebieden. Dat kunnen meubelmakers, chauffeurs of schoonmakers zijn.’

Donderdag

‘Op donderdag werk ik op het kantoor van Arbodienst Healthcare en zie ik verschillende werknemers van verschillende klanten. Ook geef ik regelmatig supervisie. Tijdens de lunch wandel ik met collega’s. Met enige regelmaat voer ik medisch onderzoek uit. Bedrijven vragen mij om diverse zaken op de werkvloer te onderzoeken. Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst breng ik dat in kaart. Het gaat niet alleen om lichamelijke klachten maar ook om de leefstijl van werknemers en hun werkplezier. Deze week staat een onderzoek bij een metaalbewerkingsbedrijf op de planning, maar dit kan ook bij bijvoorbeeld een zwembad, school of winkel zijn.’

Vrijdag

‘Vrijdag begin ik de ochtend met een spreekuur voor een klant in Venlo. Hier zie ik verschillende werknemers, van kleuterleidsters tot fabrieksmedewerkers. In de middag voer ik medische onderzoeken uit bij trein- en buspersoneel.

Eens per maand neem ik op vrijdagmiddag deel aan een intercollegiaal artsenoverleg buiten mijn eigen arbodienst. Tijdens deze bijeenkomsten bespreken we casussen en wisselen we ervaringen uit over de manier van werken van verschillende arbodiensten. Ook bespreken we de uitdagende kanten van ons vak. Hoe ga je bijvoorbeeld om met iemand die niet wil meewerken of wat doe je als je twijfelt aan een diagnose? Ook biedt de vrijdagmiddag ruimte voor afwisselende zaken. Deze week staat een rijbewijskeuring op de planning. Hiervoor voer ik als bedrijfsarts de medische keuring uit.’

Online spreekuur

Meer weten over de werkweek van bedrijfsarts Suzanne?

Donderdagavond 6 juni zit Suzanne voor je klaar tijdens het online spreekuur. Dit is een digitale interactieve sessie voor artsen en geneeskundestudenten die een carrière in de bedrijfsgeneeskunde overwegen. Suzanne neemt je mee in haar werkweek, maar deelt ook haar ervaringen als bedrijfsarts.

Uiteraard is er ook volop tijd voor al jouw vragen. Het online spreekuur begint om 20:00 en duurt ongeveer een uur. Kom jij ook? Meld je gratis aan via bedrijfsartsworden.nl/onlinespreekuur

Nieuwe ambassadeur: Janneke

Maak kennis met onze nieuwe ambassadeur Janneke Valk. Janneke begon haar carrière in de jaren 90 als huisarts op het Friese platteland. Hoewel ze tevreden was met haar werk, raakte ze geïnteresseerd in bedrijfsgeneeskunde en besloot ze een nieuwe richting in te slaan. Sindsdien werkt ze als zelfstandig bedrijfsarts in Noord-Nederland.

‘Werk is belangrijk voor mensen. Bijna iedereen die ik in mijn spreekkamer zie, wil er alles aan doen om weer lekker en in balans te kunnen werken. Samen gaan we op zoek naar een passend traject richting herstel en dat is elke keer weer een indrukwekkend proces. Het gaat niet alleen om medische kennis, je gaat ook in gesprek over drijfveren, angsten, normen en waarden. Het voelt als een eer om zo dicht bij mensen te mogen staan.’

Lees hier het hele verhaal van Janneke.

Kiezen voor leuk en betekenisvol werk

De arbeidsmarkt piept en kraakt. Ook in de geneeskundige zorg. Bestaande artsen gaan en masse met pensioen. En nieuwkomers opteren in toenemende mate voor werkweken van vier dagen. Dat is goed nieuws voor de artsen van nu en voor studenten geneeskunde. Er valt héél veel te kiezen. Die keuze valt steeds vaker uit voor bedrijfsgeneeskunde: de instroom aan bedrijfsartsen stijgt.

Jeroen Croes en Femke van Leeuwen ervaren de nieuwe aanwas aan den lijve. Jeroen is bedrijfsarts en opleider bij ArboConcern en ook universitair docent en onderwijscoördinator bij Amsterdam UMC-AMC/UvA. Femke van Leeuwen is praktijkopleider van bedrijfsartsen bij ArboNed. We vroegen hen waarom mensen kiezen voor de medische vervolgopleiding bedrijfsgeneeskunde. Zien ze hierin bepaalde patronen?

Waardering voor werkcultuur

Volgens Jeroen is er één belangrijk terugkerend element in de keuzes die (basis)artsen maken. ‘Wat ik geregeld hoor is dat mensen met name de werkcultuur in ons vakgebied waarderen. Een cultuur van respect voor elkaar, samen ergens voor staan. Niet louter productie draaien, maar samenwerken met verschillende partijen, met meerdere medische en paramedische disciplines. Samenwerken vanuit één doel – de gezondheid en inzetbaarheid van werkenden verbeteren en behouden – en daar ook echt tijd voor maken.’

Werk zelf vormgeven

Femke is ambassadeur van het eerste uur van de meerjarige campagne Bedrijfsarts worden. Het betere werk! Haar enthousiasme voor het vak is met de jaren alleen maar groter geworden. Als praktijkopleider van bedrijfsartsen ziet ze dit enthousiasme terug bij nieuwkomers in het vak. ‘Met name de tijd die je hebt voor de spreekuren en de ruimte die er hierbij is voor preventie en leefstijladviezen spreekt mensen aan. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om de invulling van het werk zelf vorm te geven. Je kunt bij de klant op locatie werken of samen met je collega’s op kantoor werken. Bij ons werk hoort ook het adviseren op beleidsniveau om zo de gezondheid van een grotere groep mensen te helpen bevorderen. Ook kun je onderwijs verzorgen, onderzoek doen, zelfs promoveren. En als dat bij je past kun je ook nog als zelfstandige aan de slag. Voor elk wat wils.’

Gezonde medewerkers

Volgens Femke heeft het vak bedrijfsarts de toekomst. ‘Iedereen wil gezonde, duurzaam inzetbare medewerkers. Iedereen wil fit het werk kunnen blijven doen waar hij of zij voor gekozen heeft. Wij dragen daar direct aan bij. Dat is leuk en betekenisvol werk!’

‘Meer studenten willen coschap bij bedrijfsarts‘

Steeds meer geneeskundestudenten zijn geïnteresseerd in het vak van de bedrijfsarts. ‘Het dogma dat werken als arts in het ziekenhuis het hoogst haalbare is, zie ik langzaam verdwijnen.’ Dat zegt Jeroen Croes, bedrijfsarts en opleider, docent en onderwijscoördinator bij UMC Amsterdam.

In een interview met deanderedokter.nl noemt Croes dat een mooie ontwikkeling. Hij denkt dat studenten steeds meer het belang van preventie zien.

Studenten zien gevaren van stress
‘Stress en overbelasting veroorzaken enorme problemen. Het is een actueel thema waar de bedrijfsarts zich in verdiept. Dat spreekt studenten aan die zelf ook al grote druk kunnen ervaren. We gaan van een reactieve gezondheidszorg, waarbij er eerst een ziektebeeld moet zijn dat gefixt kan worden, naar meer preventie.’

1500 co-plekken per jaar
Meer interesse voor het vak betekent ook dat er meer plekken moeten komen waar studenten hun coschap kunnen lopen. Jeroen Croes is ambitieus en zet in op minstens 1500 co-plekken voor bedrijfsartsen per jaar.

‘Nu zijn er structureel te weinig plekken. Onze geneeskundestudenten moeten een afgewogen keuze kunnen maken: huisarts of medisch specialist, klinisch of niet-klinisch werkend. Dat betekent dat er véél meer praktijkopleiders en coassistent-begeleiders nodig zijn, want studenten moeten wel de kans hebben om een coschap te lopen bij het domein arbeid en gezondheid.’

Meer preventie, minder uitkeringen
Een logisch vervolg in dit pleidooi is dat de overheid met geld over de brug moet komen, vindt Croes. ‘Voor de opleiding tot bedrijfsarts is geen overheidsgeld beschikbaar, als enige van alle medisch specialistische opleidingen. Dat is natuurlijk van de zotte. Zeker als je bedenkt wat de uitval van zieke werknemers per jaar kost: meer dan 18 miljard euro aan uitkeringskosten door de ziektewet en arbeidsongeschiktheid samen. Met bedrijfsgeneeskunde die inzet op preventie, vroegtijdig ingrijpen en betere begeleiding naar passend werk is vele miljoenen te besparen.’