14 december

Stadium 4 longkanker

BLOG | Stadium 4 longkanker. Een schrikbeeld voor iedere patiënt (en arts!). Ongeneesbaar. Einde leven nabij. En dus ook einde van het werkende leven, want leven is meer dan werken. Toch? Het ligt iets genuanceerder, zo leerde ik van de heer P.

P. is 38 jaar oud, heeft brede schouders en evidente werkershanden. Terwijl ik hem van de wachtkamer ophaal is mijn eerste gedachte: aan de buitenkant zie je niet dat hij vergevorderde kanker heeft.

Helaas, de voorinformatie die ik van de casemanager heb gekregen klopt. Hij heeft stadium 4 grootcellig longcarcinoom. Zijn prognose: 6-9 maanden. ‘Aan de buitenkant zie je het niet’, zegt hij met een glimlach.

Hij bedient een hijskraan. Al 18 jaar. Vanaf zijn 20e dus. En ook nog eens bij dezelfde werkgever. Zijn ogen glinsteren wanneer we het over zijn hijskraan hebben. Diverse gebouwen in en rondom Rotterdam zijn door zijn hijskraan gebouwd. Het is zijn jongensdroom die werkelijkheid is geworden. Hijskraan bedienen, bouwen aan iets groots. Iets wat hij later aan zijn kinderen kan tonen: ‘Kijk, dat heeft papa gebouwd!’

Hij is misschien sneller moe en heeft een hardnekkige hoest. ‘Maar verder voel ik me eigenlijk goed.’
Hij werkt nog steeds. Hij heeft een ‘alles mag, niets hoeft’-afspraak met zijn werkgever.

‘Wat wil je qua werk?’ vraag ik.
‘Ik wil door, dokter. Niet op de hijskraan, dat begrijp ik. Maar ik wil op de werkplaats zijn. Ik wil door.’
Uiteraard stem ik daarmee in. Hij en zijn werkgever spreken aangepaste werkzaamheden af en blijven onderling het verloop evalueren.

Zo gingen 3 maanden, 6 maanden en inmiddels een jaar voorbij. Tijd voor een eerstejaarsevaluatie.

Tot mijn verbazing is hij nagenoeg niet veranderd.
Hij ziet mijn verbazing en antwoordt ‘Ja, mijn longarts is ook iedere keer verrast als hij me zo ziet’
Dit keer is zijn vrouw ook mee.

‘Hoe gaat het?’, vraag ik in algemene zin.
‘Ik werk volledige dagen’, antwoordt hij. Zijn vrouw schudt haar hoofd. ‘Ik kan hem niet afremmen. Hij staat om 5:00 al op om naar werk te kunnen. Thuis de was doen of strijken? Daar moet ik niet eens over beginnen. Maar naar werk? Dat is echt zijn passie.’ Hij grijnst en kijkt me glimlachend toe.

Inmiddels krijgt hij immunotherapie en werkt hij als beveiliger op de werkplaats.
Maakt hem niet uit. Hij is onder zijn mensen en ze bouwen aan iets groots.

‘Wil je iets gaafs horen?’, vraagt hij.
‘Altijd’, zeg ik.
‘We bouwen nu het hoofdgebouw van de organisatie die mijn immunotherapie produceert! Bijzonder he?’

Ik knik en ben stil.

‘Zeer bijzonder’, zeg ik uiteindelijk met kippenvel.


In een blogreeks neem ik je mee in de spreekkamer van de bedrijfsarts. Elke patiënt heeft een uniek verhaal. Aan mij als aios bedrijfsgeneeskunde de eer om te luisteren naar al deze verhalen en telkens weer op zoek te gaan naar de best mogelijke zorg. Details van mijn verhalen wijzig ik, om de anonimiteit van mijn patiënten te waarborgen. –  Mustafa Dönmez, arts in opleiding tot bedrijfsarts bij ArboNed.
Gepubliceerd op: 14 december 2022
Foto: pexels.com

Deel dit artikel: