Tanja Liefting: brave student kiest het ruime sop
BEDRIJFSARTS IN BEELD. Windkracht 10 in de golf van Biskaje. Jungletraining. Trauma’s stabiliseren totdat overdracht naar een chirurgisch team mogelijk is. Tanja Liefting koos na haar studie geneeskunde het ruime sop. Als scheepsarts kwam ze overal ter wereld. Nu is ze bedrijfsarts bij de Koninklijke Marine. Lees hier haar opmerkelijke verhaal.
‘Na mijn studie geneeskunde wilde ik graag kinderarts worden. Ik was geen ondernemende student: ik ging niet naar de disco of de kroeg, woonde thuis, reed op de fiets naar de VU, was geen lid van een studentencorps, had geen bijbaantje. Ik was braaf, heel erg braaf. Na diverse AGNIO-schappen kwam ik terecht bij de Koninklijke Marine. Ik reageerde op een vacature met een foto van een grijs schip dat in een golf duikt, met veel opspattend water aan de voorkant. Bij het sollicitatiegesprek leek het alsof de kolonel-arts mij de baan wilde aanpraten in plaats van andersom. Na een half uur stond ik weer buiten. Ik had de baan! Zo kwam ik als superbrave student op 2 september 1996 bij het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder voor de korte opleiding tot officier. Zes weken ‘KIM’ was voldoende om als horizontale instromer officier te worden. Een groot verschil tegen de vier- of vijfjarige opleiding die officieren normaal volgen. Ik deed nog enkele vervolgopleidingen, zoals brand leren blussen en gasmasker hanteren, en de opleiding tot SAR-arts: Search and Rescue; een twee weken durende opleiding om te leren hoe je als arts achter in een helikopter een drenkeling of een gewonde zeevarende naar de wal kan brengen en hoe je veilig uit een helikopter kan komen als die te water is geraakt.
Op zee: het schip stampt en rolt
In februari 1997 ging ik varen. Mijn eerste ontdekking: spreekuur houden bij windkracht 10 is onmogelijk. Het schip stampt en rolt. Wie niet op post moet staan, houdt zich rustig en probeert niet zeeziek te worden. De dokter deelt tabletjes uit tegen zeeziekte. Alle andere kwalen moeten als het kan wachten tot het schip weer rustig vaart. Nadat ik meer dan windkracht 10 in de golf van Biskaje had doorstaan, volgde een enerverende reis via het Suezkanaal naar het oosten met havensteden in Spanje, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, India, Singapore en de Malediven. Ik was nu scheepsarts in de dynamische militaire wereld van de Koninklijke Marine. Vaak weg, beslissingen durven nemen zonder mogelijkheden voor snelle afvoer, moeizame verbindingen met de vaste wal via satellietcommunicatie, weg van huis en familie. Je collega’s worden je vrienden, maar je vrienden zijn soms ook je patiënten. Aan uitdagingen geen gebrek.
Spannende dingen
Als militair arts moet je trauma’s kunnen stabiliseren totdat overdracht naar een chirurgisch team mogelijk is; midden op de oceaan kan je niet even een patiënt naar de spoedeisende hulp brengen. Ik heb dan ook heel wat spannende dingen moeten doen. Zoals een patiënt met een chemische verbranding over 50% van zijn lichaam per vliegtuig naar een ziekenhuis aan de wal brengen. Een onderkoelde drenkeling afzetten op het helidek van een ziekenhuis en tot de ontdekking komen dat de lift niet zo hoog komt. Besluiten of een militair met een afgescheurde achillespees in het buitenland geopereerd moet worden of terug kan vliegen met een achterspalk en operatie in later stadium.
En toen: bedrijfsarts
Via Defensie kreeg ik de gelegenheid om de postdoctorale opleiding toxicologie te gaan doen. Na diverse plaatsingen aan boord en aan de wal kwam ik terecht bij de interne arbodienst. Ik ontwikkelde een PAGO voor chroom VI en voerde die uit, ik maakte een veiligheidsvoorschrift voor zwangere militairen. Toen werd mij gevraagd of ik bedrijfsarts wilde worden. Er was een opleidingsplek beschikbaar, de interne arbodienst van de Koninklijke Marine was goedgekeurd als opleidingsplaats. Zo begon ik, precies tien jaar na mijn start bij defensie, aan de opleiding tot bedrijfsarts. Twee maanden daarvoor was ik teruggekeerd van een missie in Afghanistan en tijdens het derde en vierde opleidingsjaar werd ik geplaatst op de marinebasis op Curaçao. Ik heb het literatuuronderzoek van mijn scriptie gedaan in de tropen, toen ik medische ondersteuning leverde aan de jungletraining in Suriname. Zo kom je nog eens ergens.
Geïntegreerde zorg
Inmiddels heb ik meerdere functies vervuld als militair arts/bedrijfsarts. Mijn werk bestaat nu voornamelijk uit bedrijfsgeneeskunde, ik verleen nauwelijks nog curatieve zorg. Ik ben het hoofd van de afdeling die verzuimbegeleiding inclusief casemanagement en sportrevalidatie biedt aan militairen van de Koninklijke Marine. Ik ben de lijnmanager van 23 professionals, zowel burgermedewerkers als militairen. Defensie gaat uit van geïntegreerde zorg. De militair arts levert in het spreekuur zowel eerstelijns curatieve zorg als bedrijfsgeneeskundige zorg. Dat doen ze onder supervisie van geregistreerde huisartsen en bedrijfsartsen zoals ik. Ook ben ik praktijkopleider voor 3 baios en geef ik onderwijs aan de militair artsen in opleiding over bedrijfsgeneeskunde en verzuimbegeleiding. Dit combineer ik met een gezin en een partner die eveneens militair is en soms lang van huis is. Ik had nooit gedacht dat ik militair zou worden en had evenmin gedacht dat ik bedrijfsarts zou worden. Nu, 22 jaar later, heb ik absoluut geen spijt van mijn beslissing!’
Interesse in een stage sociale geneeskunde bij de Koninklijke Marine? Mail mij!