Corona: wat doe je als bedrijfsarts?
In december 2019 breekt het nieuwe coronavirus (COVID-19) uit in China. Nu trekt het virus ook Europa binnen en heeft het inmiddels Nederland bereikt, waar het (op het moment van schrijven, 4 maart, red.) bij 24 mensen is aangetroffen. Allerlei instanties houden ons constant op de hoogte van hoe het virus zich ontwikkelt en adviseren waar we op moeten letten om te achterhalen of we het virus hebben opgelopen. Voor professionals die zich bezighouden met arbeid & gezondheid is online ook steeds meer informatie te vinden. De NVAB wijst de weg met een overzicht van betrouwbare bronnen; OVAL heeft een reeks vragen en antwoorden ontwikkeld. Wat is het effect van het virus op werkend Nederland? Wat is de rol van arbodiensten en bedrijfsartsen bij het coronavirus?
Maatwerk & dialoog
Dat het coronavirus in Nederland is aangetroffen was groot nieuws. Hulpverleners en zorginstanties waren voorbereid en reageerden direct. Naast informatievoorziening ging ook de diagnosestelling direct van start. Daarbij spelen vooral huisartsen en GGD’en een grote rol, zoals OVAL ook aankaart, en daar kun je als bedrijfsarts weinig in betekenen. Toch ga je als bedrijfsarts ook meteen aan de slag met het virus, namelijk door te adviseren over preventie. In die adviserende rol ga je de dialoog aan met jouw klanten: werkgevers. Je begint met het aankaarten en uitleggen van de standaard maatregelen. Volgens OVAL zijn de drie belangrijkste maatregelen:
- Was je handen regelmatig met zeep en water of gebruik desinfecterende handgel op basis van alcohol.
- Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog.
- Gebruik papieren zakdoekjes of tissues en gebruik deze slechts één maal.
Daarna kijk je of er meer mogelijk is, waarbij je rekening houdt met de aard van de organisatie. In gesprek met de werkgever zoek je naar bedrijfsspecifieke preventieve maatregelen. Maatwerk dus, waarbij de dialoog met de werkgever heel belangrijk is. Je hebt het bijvoorbeeld over een ‘begroeten-zonder-aanraking’-beleid. Daarbij toon je ook het belang van communicatie aan: niet alleen medewerkers, maar ook klanten moeten geïnformeerd worden over het beleid. Zijn medewerkers vaak onderweg voor hun werk, bijvoorbeeld om met klanten te overleggen? Dan kun je ook alternatieven overwegen om fysiek contact geheel te vermijden, zoals telefonisch overleg of via Skype.
Signaleren en reageren
Het doel van al deze preventieve maatregelen is om besmettingsrisico’s te verkleinen. Toch kun je besmetting nooit 100% uitsluiten. Als bedrijfsarts adviseer je daarom werkgever én werknemers om alert te blijven op de volgende gezondheidsklachten: koorts in combinatie met luchtwegklachten, zoals hoesten, kortademigheid of longontsteking. Nu wil niemand een risico zijn voor hun collega’s, dus kunnen vermoedens soms schuldgevoelens of schaamte oproepen – een drempel om de klachten kenbaar te maken. Ook hierom is de open sfeer op de werkvloer van groot belang, zodat medewerkers zich niet bezwaard voelen om klachten te bespreken. Daarnaast is het belangrijk dat de werkgever weet wat de juiste handelingen zijn. Wanneer een medewerker vermoedt dat hij besmet is, is het belangrijk dat die diegene naar huis gaat en telefonisch contact opneemt met de huisarts. Ook adviseer je de werkgever nog geen verdere maatregelen te nemen, totdat het oordeel van de huisarts en GGD bekend is.
Vragen beantwoorden
De werkgever zelf zal ook vragen hebben. Het is aan jou, als bedrijfsarts, om deze zo goed mogelijk te beantwoorden of de werkgever door te verwijzen naar de juiste deskundigen. Een voorbeeld van een veelgestelde vraag is: ‘wat als een medewerker recent is teruggekeerd uit een besmette regio?’ Bij dit soort vragen, maak je gebruik van de adviezen van andere instanties. Het RIVM adviseert dat, zolang deze medewerker geen gezondheidsklachten heeft, het niet nodig is om deze persoon van het werk te weren. Daarom leg je uit dat de medewerker gewoon weer aan het werk kan.
Je kunt wel proactief adviseren om een vrijwillige quarantaine te overwegen. Daarmee verminder je besmettingsrisico’s. Je legt uit hoe zo’n quarantaine werkt. Door twee weken thuis te werken kan de medewerker ontdekken of er symptomen verschijnen, zoals koorts of luchtwegklachten en hoesten. Na twee weken nog steeds geen klachten? Dan kan deze persoon veilig weer terugkeren naar de werkvloer. Wanneer de medewerker in kwestie wel klachten krijgt, dan moet diegene uiteraard contact opnemen met de huisarts.
Ziek?
Mocht er toch een medewerker ziek worden van het coronavirus, dan moet diegene de adviezen van de huisarts en GGD opvolgen. Als bedrijfsarts ga je dan in gesprek met werkgever om uit voorzorg maatregelen te overwegen. Je kunt bijvoorbeeld adviseren dat andere medewerkers ook in quarantaine thuis gaan werken, om na te gaan of de zieke collega het virus aan hen heeft overgedragen. Het is daarbij belangrijk om een goede balans te vinden., omdat je er tegelijkertijd voor wilt zorgen dat essentiële werkzaamheden niet stil komen te liggen. Dus kijk je welke werkzaamheden verschoven of vanuit huis gedaan kunnen worden en voor welke werkzaamheden vervanging noodzakelijk is. Het liefst heb je dit van tevoren al besproken en opgenomen in een noodplan, zodat wanneer ziekte daadwerkelijk voorkomt, de transitie zo efficiënt mogelijk verloopt.
Herstellen
Daarna is het aan onze andere collega’s in de zorg, huisartsen, GGD’s en ziekenhuizen, om zorg te verlenen aan de zieken. De hersteltijd verschilt daarbij enorm. Sommige mensen voelen zich na enkele dagen weer fit, maar wanneer iemand in het ziekenhuis is opgenomen is er over het algemeen meer tijd nodig om te herstellen. Dat kan soms enkele weken duren. De klachten zijn vergelijkbaar met die van een hevige griep, waardoor na het genezen een re-integratietraject niet per se nodig is.
Meer weten over het coronavirus? Bekijk dan dit bronnenoverzicht van de NVAB of de protocollen van OVAL.