‘Meer studenten willen coschap bij bedrijfsarts‘
Steeds meer geneeskundestudenten zijn geïnteresseerd in het vak van de bedrijfsarts. ‘Het dogma dat werken als arts in het ziekenhuis het hoogst haalbare is, zie ik langzaam verdwijnen.’ Dat zegt Jeroen Croes, bedrijfsarts en opleider, docent en onderwijscoördinator bij UMC Amsterdam.
In een interview met deanderedokter.nl noemt Croes dat een mooie ontwikkeling. Hij denkt dat studenten steeds meer het belang van preventie zien.
Studenten zien gevaren van stress
‘Stress en overbelasting veroorzaken enorme problemen. Het is een actueel thema waar de bedrijfsarts zich in verdiept. Dat spreekt studenten aan die zelf ook al grote druk kunnen ervaren. We gaan van een reactieve gezondheidszorg, waarbij er eerst een ziektebeeld moet zijn dat gefixt kan worden, naar meer preventie.’
1500 co-plekken per jaar
Meer interesse voor het vak betekent ook dat er meer plekken moeten komen waar studenten hun coschap kunnen lopen. Jeroen Croes is ambitieus en zet in op minstens 1500 co-plekken voor bedrijfsartsen per jaar.
‘Nu zijn er structureel te weinig plekken. Onze geneeskundestudenten moeten een afgewogen keuze kunnen maken: huisarts of medisch specialist, klinisch of niet-klinisch werkend. Dat betekent dat er véél meer praktijkopleiders en coassistent-begeleiders nodig zijn, want studenten moeten wel de kans hebben om een coschap te lopen bij het domein arbeid en gezondheid.’
Meer preventie, minder uitkeringen
Een logisch vervolg in dit pleidooi is dat de overheid met geld over de brug moet komen, vindt Croes. ‘Voor de opleiding tot bedrijfsarts is geen overheidsgeld beschikbaar, als enige van alle medisch specialistische opleidingen. Dat is natuurlijk van de zotte. Zeker als je bedenkt wat de uitval van zieke werknemers per jaar kost: meer dan 18 miljard euro aan uitkeringskosten door de ziektewet en arbeidsongeschiktheid samen. Met bedrijfsgeneeskunde die inzet op preventie, vroegtijdig ingrijpen en betere begeleiding naar passend werk is vele miljoenen te besparen.’